h

Op bezoek bij de politiehondenbrigade

23 mei 2007

Op bezoek bij de politiehondenbrigade

In de nacht van zaterdag en zondag op 28 en 29 april kreeg de SP een melding binnen over mogelijke misstanden van de Politiehondenbrigade die op dat moment aanwezig was op het Liesveldviaduct. Ingrid Wijker, gemeenteraadslid SP, en Willem de Man, SP Milieu Alarmteam, waren ter plaatse om polshoogte te nemen. In één van de aanwezige politieauto’s zat een hond van de brigade. Het was die nacht erg warm en broeierig, daarom stelde de SP de vraag aan de hondengeleider of deze hond ook water kreeg, mede omdat er niet bekend was hoelang de hond al achter in de wagen zat opgesloten.
Politiehondenbrigade

De hond zat er verlaten bij, en zat te janken. Dit was aanleiding om verder te vragen naar de algemene verzorging van de hond. De hondenbegeleider reageerde erg bot en stug met de woorden; “Ach, het is maar werktuig.”, en sloeg vervolgens direct de achterklep van de auto. Dit was de aanleiding om het welzijn van de politiehonden verder te onderzoeken. De SP heeft daarna contact opgenomen met de politiehondenbrigade Rotterdam, voor het brengen van een werkbezoek.

Tijdens het werkbezoek hebben we al onze vragen kunnen stellen. Voordat de honden worden ingezet worden ze gevoerd en uitgelaten. De hondengeleider is verantwoordelijk voor het meenemen van voedsel en water tijdens een inzet. Er werd ook uitgelegd waarom de honden niet zomaar uit de wagen mocht komen. Dit is omdat de geleider en hond toch wel een imponerende werking hebben op mensen. Het is aan de geleider om in te schatten hoe situatie is en dan de hond even te laten lopen. Vaak is dit niet mogelijk omdat er dan toch te veel mensen in de buurt zijn.

De vraag was ook of de kennels achter in de wagen niet te klein zijn. Deze voldoen aan de wettelijke eis en zijn van een vaste afmeting. Maar omdat de honden verschillen in maat kan het voorkomen dat de hokken te klein lijken. In vergelijking met de regels die gehanteerd worden in de luchtvaartindustrie, zijn de kennels in de wagens aan de kleine kant. Een hond die per vliegtuig vervoerd worden, moet in een kennel kunnen staan en zich om kunnen draaien. Bij transport in de politieauto is dit niet altijd het geval.

De verzorger/agent neemt de hond ook mee naar huis, dus is het logisch dat de geleider en hond een speciale band krijgen met elkaar, en vaak ook met het met het gezin van de geleider. De honden en hun geleider moeten wekelijks met elkaar trainen onder begeleiding van een trainer. Deze kan zien aan de interactie tussen hond en geleider of de hond in goede handen is.

De honden worden aangekocht bij instanties en verenigingen die het KMVP certificaat.
De training wordt gedaan met belonen en straffen. Verkeerde omgang of mishandeling is uit den bozen, omdat dit de hond ongeschikt maakt voor het politiewerk.

Het werkbezoek sloot uit dat de honden slecht behandeld worden. Wij zijn dan ook blij dat dit vermoeden uit de wereld is.

U bent hier