h

Onduidelijkheid na containerbrand LBC Botlek

28 oktober 2007

Onduidelijkheid na containerbrand LBC Botlek

Op 27 oktober 2007 brak om 16:45uur brand uit in een container met Divinylbenzeen. De hierbij vrijgekomen stoffen hebben bij een gedeelte van de Vlaardingse bevolking geleid tot klachten zoals misselijkheid en last van de ogen. De periode na het uitbreken van de brand ontstond er bij veel mensen verwarring en onduidelijkheid over de ernst van de situatie. De SP heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college voor verdere opheldering en duidelijkheid.
Containerbrand Botlek LBC
(foto: www.fok.nl / Aussweiss)

De berichtgeving die vrij laat op gang kwam was volgens veel Vlaardingers onduidelijk. De berichtgeving van de NOS en het ANP spraken de berichten van de regionale rampenzender tegen. Er was veel onduidelijkheid over de door de inwoners te nemen maatregelen. Ook duurde het erg lang voordat er duidelijkheid was over de vrijgekomen stoffen en de daar aan verbonden risico’s en symptomen.

Voornamelijk in de Westwijk waren er veel klachten. Tientallen mensen hebben lichamelijk last ondervonden aan de blootstelling aan Divinylbenzeen. De vraag is; waarom is het signaal tot het sluiten van deuren en ramen niet afgegeven? En wat denkt het college in de toekomst te gaan doen om de berichtgeving beter te laten verlopen?

Ook wil de SP weten waarom er geen gebruik is gemaakt van de sirenes en sms-melding.

Schriftelijke vragen volgens artikel 36 Reglement van Orde;
Vlaardingen, 28 oktober 2007,

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlaardingen,

Betreft: schriftelijke vragen volgens artikel 36 Reglement van Orde: Berichtgeving containerbrand LBC Botlek.

Geacht college,

Op 27 oktober 2007 brak om 16:45uur brand uit in een container met Divinylbenzeen. De hierbij vrijgekomen stoffen hebben bij een gedeelte van de Vlaardingse bevolking geleid tot klachten zoals misselijkheid en last van de ogen. De periode na het uitbreken van de brand ontstond er bij veel mensen verwarring en onduidelijkheid over de ernst van de situatie. Wij hebben hierover dan ook aan u de volgende vragen:

1. De berichtgeving die vrij laat op gang kwam was volgens veel Vlaardingers onduidelijk. De berichtgeving van de NOS en het ANP spraken de berichten van de regionale rampenzender tegen. Er was veel onduidelijkheid over de door de inwoners te nemen maatregelen. Ook duurde het erg lang voordat er duidelijkheid was over de vrijgekomen stoffen en de daar aan verbonden risico’s en symptomen. Bent u het met ons eens dat de berichtgeving onvoldoende is verlopen? En zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te treffen om in de toekomst in een betere berichtgeving te voorzien?

2. Voornamelijk in de Westwijk waren er veel klachten. Tientallen mensen hebben lichamelijk last ondervonden aan de blootstelling aan Divinylbenzeen. Waarom hebt u er niet voor gekozen om in het getroffen gebied de sirenes te activeren? En waarom is er, gezien de ernst van de klachten, er niet voor gekozen om het advies van ramen en deuren te sluiten afgegeven?

3. Sinds 2005 beschikt Vlaardingen over de mogelijkheid om in het geval van risicosituaties de bevolking te informeren met een sms-bericht. Waarom hebt u er niet voor gekozen om van dit massacommunicatiemiddel gebruik te maken?

4. Een aantal mensen hebben aangegeven dat de meldkamer van DCMR kort na de brand slecht bereikbaar was, wat is uw mening hierover?

Met vriendelijke groet,

Namens de SP fractie,
Arnout Hoekstra,
Fractievoorzitter SP

U bent hier