h

SP stelt vragen over inzet van reintegratiebureaus

25 februari 2008

SP stelt vragen over inzet van reintegratiebureaus

Uit een recent rapport van het Ministerie van Sociale Zaken blijkt opnieuw dat van de 2 miljard euro die de overheid jaarlijks in de reïntegratie steekt, niet altijd duidelijk is of dat geld goed wordt besteed. Gemeenten die hun werk niet goed doen kunnen worden gekort. Uit een onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen (december 2007) naar reïntegratiebureaus blijkt voorts dat cliënten en opdrachtgevers meer tevreden zijn over kleine reïntegratiebureaus en bureaus die gespecialiseerd zijn in een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld oudere werklozen, dan over grote bedrijven.

Staatssecretaris Aboutaleb roept de gemeenten op om regelmatig te inspecteren of reintegratiebureaus die zij inschakelen om werklozen aan het werk te helpen hun werk goed doen. Volgens de staatssecretaris gebeurt dit nu te weinig.

De SP heeft zorgen over het kennelijke risico dat gemeenten lopen als ze de reïntegratie niet goed uitvoeren. Naar aanleiding daarvan heeft SP raadslid Ingrid Wijker schriftelijke vragen aan het college gesteld over de uitvoering en de controle op de uitvoering van de reintergratiebureaus in Vlaardingen.

Schriftelijke vragen:

College van Burgemeester en Wethouders
Westnieuwland 6
3131 VX Vlaardingen

Vlaardingen, 25 februari 2008

Betreft: Schriftelijke vragen volgens artikel 36 van het Reglement van Orde: Schriftelijke vragen inzake controle reïntegratiebureaus door de gemeente.

Geacht college,

“Gemeenten moeten regelmatig inspecteren of reïntegratiebureaus die zij inschakelen om werklozen aan werk te helpen hun werk goed doen. Dat gebeurt nu te weinig.” (staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken, 3 februari, TV-programma Buitenhof).

Uit een recent rapport van het Ministerie van Sociale Zaken blijkt opnieuw dat van de 2 miljard euro die de overheid jaarlijks in de reïntegratie steekt, niet altijd duidelijk is of dat geld goed wordt besteed. Gemeenten die hun werk niet goed doen kunnen worden gekort.

Uit een onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen (december 2007) naar reïntegratiebureaus blijkt voorts dat cliënten en opdrachtgevers meer tevreden zijn over kleine reïntegratiebureaus en bureaus die gespecialiseerd zijn in een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld oudere werklozen, dan over grote bedrijven.

De SP heeft zorgen over het kennelijke risico dat gemeenten lopen als ze de reïntegratie niet goed uitvoeren. Naar aanleiding van het voorgaande de volgende vragen:

1. Inspecteert de gemeente Vlaardingen regelmatig de door haar ingeschakelde reïntegratiebureaus? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe vaak vinden deze inspecties plaats? Waaruit bestaan deze inspecties? Is het College bereid de raad inzage te geven in de rapportages van de inspecties?

2. Welke voorwaarden stelt het College aan reintegratiebureaus, bijvoorbeeld als het gaat om expertise, contacten met werkgevers, bereikbaarheid en omgang met cliënten?

3. Voldoen de reïntegratiebureaus in Vlaardingen aldus aan de eisen, zoja waaruit blijkt dat? Zo neen, aan welke eisen niet en wat is daarvan de reden?

4. Wat zijn de resultaten van de ingezette trajecten? Hoeveel mensen hebben via reïntegratie werk verkregen?

5. Hoe duurzaam is dat werk, met andere woorden: hoeveel mensen zijn na reïntegratie op de uitkering teruggevallen?

6. Was het verkrijgen van werk het doel bij reïntegratie, of was het doel ‘sociale activering’? Wat is de verhouding tussen die twee doelen als het gaat om de uitkomsten van reïntegratie?

7. Selecteert de gemeente Vlaardingen reïntegratiebureaus op grootte en specifieke deskundigheid per doelgroep? Zo nee, is het College bereid om daartoe – na afloop van de huidige contract(en) alsnog over te gaan?

Ik wacht met veel interesse uw antwoord af,

Met vriendelijke groet,

Namens de SP fractie,
Ingrid Wijker

U bent hier